logo het groot gevolg

Nederlandse Carnavalsstichting Het Groot Gevolg

Stukske geschiedenis en evolutie van carnaval in Nederland

Ons hedendaagse carnaval is enorm divers en heeft voor iedereen wat te bieden. En toch …. krijgen we vaak de vraag “waar komt carnaval eigenlijk vandaan?”
Voor alle informatie-snuivende geïnteresseerden hierbij dan toch maar een samenvatting over de oorsprong en evolutie van carnaval.

Inleiding

Carnaval vandaag de dag is een cultureel volksfeest dat in een groot deel van Nederland gevierd wordt. Een gevoel van saamhorigheid, gelijkheid, rebellie en vreugde zijn het gevolg van een aantal kenmerkende sociale aspecten van het feest. Zo verkleden de carnavalsvierders zich, trekken er optochten met praalwagens door de straten, zet men zich (op grappige wijze) middels verschillende gebruiken en ceremoniën af tegen de gevestigde orde en krijgen dorpen en steden (voornamelijk in Brabant) tijdens carnaval een andere naam. Den Bosch wordt bijvoorbeeld omgedoopt tot Oeteldonk, Utrecht heet Leemput en in Limburg worden plaatsnamen in het lokale dialect aangeduid. 

De meeste dorpen en steden benoemen voor de carnavalsperiode (van 11 november tot en met carnavalsdinsdag) een plaatsvervanger voor de gezaghebbers van overheid en kerk. Deze persoon wordt bij wijze van grap benoemd tot Prins, Prinses of Grootvorst.

Carnaval is ieder jaar op een andere datum omdat het zeven weken vóór Pasen gevierd wordt. Pasen hangt dan weer samen met de stand van de eerste volle maan, gemeten vanaf het begin van de lente. Van oudsher wordt carnaval gevierd van zondag tot dinsdagavond, al beginnen de meeste feestvierders tegenwoordig al op vrijdag en Vastelaovend in Limburg start zelfs al op donderdag.

Evolutie

Er bestaan twee lezingen over het ontstaan van carnaval. Volgens de eerste versie is carnaval van oorsprong een katholiek feest voorafgaand aan de vastenperiode (40 dagen voor Pasen). Volgens de tweede versie is het begonnen als een lentefeest waarbij met vruchtbaarheidsrituelen Koning Winter verdreven moest worden. Toen de katholieke kerk in de middeleeuwen besefte dat men dit heidense feest niet tegen kon werken, heeft men het tot katholiek feest bestempeld om er zodoende nog wat invloed op te kunnen hebben. In Nederland dateren de eerste geschreven vermeldingen van het feest uit de middeleeuwen.

Tijdens de reformatie in de zeventiende eeuw kwam er grotendeels een einde aan het massale carnavalsfeest. In het protestantse deel van Nederland boven de rivieren werd carnaval verboden, maar ook in het overwegend katholieke deel onder de rivieren nam het feest af. Aan het einde van de negentiende eeuw was er een korte opleving van feest, waarbij onder andere in steden als ‘s-Hertogenbosch en Breda al de eerste vormen van (feest)organisatie werden gezien, zoals we die nu nog kennen. Pas na de Tweede Wereldoorlog werd het feest weer groots opgepakt in Brabant en Limburg.

Tijden veranderen, carnaval ook. Naast de terugkerende traditionele onderdelen is het feest de laatste eeuw continue geëvolueerd. Zo zijn parades en optochten steeds groter geworden met enorme praalwagens. Dit is een trend die stagneert. Veelal door andere tijdsbesteding in de huidige tijd en het vele werk dat er in zo’n praalwagen gaat zitten. De rol van lokale carnavalsstichtingen is ook door de tijd veranderd. Waar een carnavalsstichting voorheen slechts een (plaatsvervangend) Grootvorst met gevolg regelde, zijn de stichtingen tegenwoordig geprofessionaliseerd. Taken bevatten tegenwoordig steeds vaker vergunningaanvragen, veiligheid, afspraken maken met horeca en het uitvoeren van PR-activiteiten. 

De laatste jaren heeft de typische carnavalsmuziek verschillende stromingen gekregen waarbij naast de (traditionele) live muziek van blaaskapellen ook mechanische muziek veelvuldig te horen is. Praalwagens zijn veelal voorzien van versterkte geluidsinstallaties om een spektakel van kleuren, bewegingen en muziek te tonen.

Veel veranderingen door de tijd dus, maar het gevoel van saamhorigheid, gelijkheid, rebellie en vreugde is altijd gebleven.

Overeenkomsten en verschillen

Ondanks de vele overeenkomsten in hoe men in Nederland carnaval viert, zijn er twee stromingen te herkennen. Het veelal Brabantse Bourgondische carnaval, waar voornamelijk binnen in horecagelegenheden feest wordt gevierd en het Rijnlandse carnaval – dat we meer in Limburg zien – waar voornamelijk buiten wordt gefeest. Rijnlands carnaval heeft veel invloeden van het Venetiaanse carnaval, waarbij men zich in de negentiende eeuw op ludieke wijze afzette tegen de Pruisische bezetters. Het Bourgondisch carnaval was vroeger vooral een eetfestijn waarbij met kostuums de gevestigde orde belachelijk werd gemaakt. Door de heersende armoede waren slechts een boerenkiel en een rode zakdoek om de nek de norm om te verkleden.

Wereldwijd komt carnaval in verschillende vormen voor en zelfs binnen Nederland wordt het op veel verschillende manieren gevierd en georganiseerd. Overeenkomsten tussen de verschillende hedendaagse carnavalsvieringen in Nederland zijn de datum dat het feest gevierd wordt, een aantal traditionele gebruiken/ceremoniën, het feit dat men door zich te verkleden gelijkheid onder het volk nastreeft en het tijdelijk ‘aanstellen van een Prins, Prinses of Grootvorst’.